Identificeren en inventariseren
Filmen/documenteren om immaterieel erfgoed te herkennen en verzamelen
Inhoud
IDENTIFICEREN EN INVENTARISEREN
Deze functie omvat het identificeren van het immaterieel erfgoed dat je wil borgen, de registratie ervan en het systematisch organiseren (inventariseren) van deze informatie.
Het identificeren en inventariseren ondersteunt het borgen van de erfgoedpraktijk of het vakmanschap. Zich bewust zijn van wat een erfgoedpraktijk is, wat zo’n praktijk allemaal kan inhouden en er gesystematiseerde informatie over hebben, is een eerste stap in het borgen ervan. Alle relevante informatie wordt beschikbaar en doorzoekbaar.
Als documentatiemethode kan film (in vergelijking met bijvoorbeeld tekst en fotografie) het hele identificatie- en inventarisatieproces ondersteunen. Het laat erfgoedprofessionals, onderzoekers en erfgoedgemeenschappen toe om samen de inhoud (bijvoorbeeld het script), productie (bijvoorbeeld de keuze van opnames in de finale edit door vergelijking van de beelden) en verspreiding (bijvoorbeeld op sociale media of een toonmoment) van de film te bepalen.
METHODE: OBSERVEREND FILMMAKEN
Voor het identificeren en inventariseren van een levende erfgoedpraktijk kan je 'observerend filmmaken’ als methode hanteren. Dit is een vorm van ‘documentaire filmen’ die erop gericht is het alledaagse leven vast te leggen zonder het te verstoren*.
Enkele van de belangrijkste kenmerken van deze observerende methode zijn:
- realisme (waarbij de beelden impliceren dat wat gefilmd werd, ook zo gebeurde in de werkelijkheid)
- directheid (directe en onmiddellijke betrokkenheid van de gefilmde personen en zaken)
- opnames uit de hand
- lange takes
- weinig tot geen voice-over
- geen hernemingen (retakes)
Op deze manier ben je in staat om de basiskenmerken van het onderwerp waarin je geïnteresseerd bent te registreren en de beoefenaars ervan een stem te geven en te presenteren in hun alledaagse omgeving.
TIP! Is filmen nieuw voor jou? Bekijk onze 'stap-voor-stap handleiding voor filmen' om aan de slag te gaan!
*
Wetende dat filmen en monteren nooit neutraal zijn en dat de aanwezigheid van camera's onvermijdelijk het gedrag van mensen beïnvloedt, pleit deze methode voor een realistische stijl.
AANBEVELINGEN FILMMAKER
De volgende aanbevelingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het project ‘Focus Vakmanschap’, waarbij een professionele filmmaker nauw samenwerkte met erfgoedprofessionals en -beoefenaars.
Het intensief en collaboratief filmproces impliceert veel werkuren en een stevig budget. Ook wanneer je minder tijd of budget hebt, kan je het advies hieronder aanpassen en toespitsen op je eigen context en mogelijkheden.
01 PREPRODUCTIE
Vakman(schap) vinden en in kaart brengen
- Lokaliseer de verschillende beoefenaars van het vakmanschap of van het levend erfgoed binnen het beoogde geografische gebied.
- Neem contact op met de beoefenaars om jezelf en je doelstelling voor te stellen: het identificeren en inventariseren van de erfgoedpraktijk/het vakmanschap via film of video.
- Vraag deze contacten of ze andere beoefenaars kennen. Zo weet je of je mapping compleet is.
- Zoek concreet uit waar, wanneer, door wie en hoe het vakmanschap/erfgoed wordt beoefend.
Alle informatie en communicatie organiseren
- Maak een longlist in een spreadsheet met al deze informatie.
- Volg de afspraken altijd transparant op en start de samenwerking zo snel mogelijk met de beoefenaars die hun beschikbaarheid hebben aangegeven en die kunnen bijdragen aan de specifieke noden van je project, bijvoorbeeld:
- een bepaalde regio waarop je je wenst te focussen
- specifieke standpunten die je wenst aan te pakken (zoals de betrokkenheid van jongeren, …)
- ...
Voorbeeld van een longlist
Het maken van een longlist is het verzamelen van alle relevante informatie (mensen, locaties, ...) in een gestructureerd bestand of catalogus. Op basis van deze lijst kun je beslissen met wie, waar en hoe je verder gaat met filmen.
Download ons voorbeeld van een longlist die PARCUM gebruikt voor het filmen van kloosterambachten door op de knop hieronder te klikken.
Plan locatiebezoeken en verzamel informatie
- Bezoek de locatie (werkplaats of een andere gerelateerde (publieke) ruimte) en bekijk ter plekke het vakmanschap of de erfgoedpraktijk en de toegankelijkheid van de locatie zelf.
- Bekijk hoe de beoefenaars bewegen tijdens het werkproces.
- Let op het licht en alle geluiden op de opnamelocatie en probeer storende omgevingsgeluiden voor het filmproces te elimineren. Let erop dat er voldoende licht in de ruimte is.
- Maak referentiefoto's en neem je videocamera mee om te zien hoe de locatie eruit ziet door jouw lens.
Referentiefoto's genomen in het traject 'Ora et Labora'. © PARCUM
Plan het filmen
- Bespreek het filmen met de beoefenaar(s): hun werkruimte, hun verschijning in de film, ... en voer indien nodig een dialoog om een middenweg te vinden om in te spelen op de behoeften van beide partijen.
- Plan het filmproces in de agenda’s van alle partijen.
- Plan en bereid alle filmmomenten voor op basis van alle verzamelde informatie.
Let op!
Vergeet niet dat deze opnames niet bedoeld zijn voor de overdracht van de techniek van het vakmanschap/de praktijk, maar voor het in kaart brengen van de (verschillende) beoefenaars van een bepaald vakmanschap/erfgoed en hoe elk van hen dit specifiek uitvoert.
02 PRODUCTIE
Voor het filmen
- Maak een opnameschema en volg het zo strikt mogelijk op, maar behoud ook marge voor onverwachte situaties.
- Bespreek hoe de beoefenaars precies te werk zullen gaan om het filmmateriaal goed op te zetten (zie verder). Ga ook na of er herhaalde handelingen zijn.
- Neem enkele dagen vóór de eigenlijke opname contact op met alle betrokkenen om te bevestigen dat alles plaatsvindt zoals besproken.
- Begin vroeg genoeg en laat een marge in je tijdschema voor onverwachte situaties.
Tijdens het filmen
- Besteed aandacht aan het geluid. Geef indien mogelijk een draadloze dasspeld-microfoon aan de beoefenaars om hun stem te isoleren en zuiver op te nemen. Neem met een externe microfoon het omgevingsgeluid op.
- De herhaalde handelingen kan je gebruiken om dezelfde actie in een wijd, medium en close shot te filmen.
- Stel alleen vragen tijdens het proces als de beoefenaars ze kunnen beantwoorden zonder het werk te onderbreken en als het antwoord duidelijk hoorbaar is. Zorg ervoor dat je de antwoorden niet onderbreekt.
03 POSTPRODUCTIE
Montage van de beelden (editen)
- Begin met het maken van een ruwe montagevolgorde voor een bepaalde actie door alle bruikbare shots te isoleren en te ordenen in één tijdlijn.
- Herhaal dit voor alle acties.
- Combineer de sequenties van alle acties om een informatieve bewerking te maken in een aparte ‘master timeline’.
Overleggen en afronden
- Exporteer een voorbeeldbestand van de voltooide montage. Overleg met alle betrokken partijen om feedback te verzamelen voordat je de video afmaakt.
- Verwerk de opmerkingen en finaliseer het beeld en geluid van de film.
PRAKTIJKVOORBEELD
01 Kloosterambachten
Traject
PARCUM, het expertisecentrum voor religieuze kunst en cultuur in Vlaanderen, voerde het traject 'Ora et labora' uit rond het identificeren en inventariseren van kloosterambachten in Vlaanderen.
Vakmanschap in kloosters en abdijen is erg divers: van hosties bakken of zeep maken, over het vervaardigen van wassen beeldjes tot kaas maken of bier brouwen. Deze praktijken worden uitgevoerd door kloosterordes die leven naar de Regel van Benedictus, waarbij er een strikte dagdagelijkse routine van afwisselend gebed (ora) en arbeid (labora) bestaat.
Context
De volledige casus bestond uit 8 locaties (kloosters) en werd gefilmd gedurende een totaal van 12 productiedagen.
Dit omvatte de veldbezoeken, het documenteren van de 8 kloosterambachten en 1 interview met Julie Aerts, de immaterieel-erfgoedprofessional van PARCUM die het proces begeleidde.
Om de methodiek van het observerend filmmaken te hanteren, was het noodzakelijk dat de kloosterlingen zo min mogelijk gestoord werden bij het uitvoeren van hun praktijk voor én tijdens het filmen zelf. Dit sluit ook aan bij de beleving van de kloosterlingen zelf: vaak bestaan deze ordes als een afgeschermde gemeenschap.
Daarom was het belangrijk om het documentatieproces goed voor te bereiden en duidelijke afspraken te maken met de betrokken erfgoedgemeenschap: Welke gemeenschap was bereid om hun praktijk vast te leggen en welke vakkennis kon gedocumenteerd worden?
Aanpak
Julie, de immaterieel-erfgoedprofessional van PARCUM, nam na vooronderzoek als eerste contact op met de kloostergemeenschappen.
De ontvangen informatie werd op een longlist gezet. Deze vermeldde:
- welke ambachten worden beoefend
- op welk moment van de dag ze worden beoefend
- wie ze precies beoefent
- de corresponderende contactgegevens
Dit maakte het makkelijk om beslissingen te nemen over wie er gefilmd zou worden en om het filmen ruim van tevoren te plannen.
Elk klooster dat bereid was om deel te nemen aan het audiovisuele documentatieproces werd persoonlijk bezocht om de intentie en de werkwijze van het documentatieproces te bespreken. In totaal werden er 2 verkennende locatiebezoeken gedaan: 1 zonder en 1 mét de filmmaker. Elk locatiebezoek nam één halve tot één hele dag dag in beslag.
Het locatiebezoek is een belangrijke stap in het proces:
- Het laat iedereen toe om rustig kennis te maken en alle betrokkenen kunnen wennen aan elkaar.
- Je kan referentiefoto's nemen van de werkplekken.
- Je kan alvast buitenbeelden opnemen (bv. ook met drone):
- Dit vergt een andere mindset dan bij de 'echte' draaidagen
- Je kan gebruik maken van de weersomstandigheden (bij goed weer)
- Je stoort de gemeenschappen niet (meteen)
- Je hebt tijd gewonnen (vaak geen tijd op échte draaidagen)
Na het aanvullen van de longlist werd na het eerste locatiebezoek al een eerste selectie gemaakt op basis van de referentiefoto's.
Daarna werd er verder aan de slag gegaan volgens de hierboven vermelde aanbevelingen.
Ervaring van de filmmaker
"Het filmen van gesloten gemeenschappen kan als een indringende ervaring aanvoelen voor hen. Dit was een onderwerp dat regelmatig ter sprake kwam tijdens de voorafgaande locatiebezoeken en maakte duidelijk dat goed overleg vooraf noodzakelijk was. Eén keer kwam na het filmen feedback van de monniken dat het te intrustief werd ervaren om van dichtbij te worden gefilmd tijdens de gebeden/vespers, ondanks voorafgaand overleg hierover. Ze hadden verwacht dat de camera meer afstand zou houden." (A. Kerkhof, filmmaker)
Aanraders
- Neem voldoende tijd voor de locatiebezoeken en doe dit zo grondig mogelijk!
- Let op voor piepende schoenen! "In de abdij van Tongerlo maakten mijn schoenen piepende geluiden bij het contact met de kerkvloer. Ik kon me nauwelijks bewegen zonder het geluid te verstoren tijdens de Vespers." (A. Kerkhof, filmmaker)
- Draaidagen kunnen heel intrusief zijn voor gemeenschappen, het is mogelijk dat zij toch telkens moeten ‘bekomen’ van elk bezoek. Hou hier voldoende rekening mee.
Conclusie
De methode van observerend filmen werkte erg goed voor het documenteren van de kloosterambachten. Wijde opnames werden gebruikt om de beoefenaars en hun omgeving vast te leggen. Dichtere opnames maakten het mogelijk om gedetailleerde beelden te krijgen van het maakproces.
Vooral de grondige voorbereiding was de sleutel tot succes in dit traject. Het zorgde ervoor dat het verdere documentatieproces helder en vlot kon verlopen.
02 Taxidermie
Traject
ETWIE (Expertisecel voor Industrieel, Technisch en Wetenschappelijk Erfgoed) nam twee van de tien vakmanschappen binnen het project Focus Vakmanschap voor zijn rekening. Eén daarvan was het vakmanschap van taxidermie.
Vroeger zag je ze enkel in een museum of op de schoorsteen van oma en opa, vandaag zijn opgezette dieren weer helemaal in. Van een everzwijn tot een vos en van een marter tot een meer exotische soortgenoot. Ook het vereeuwigen van een geliefd huisdier is al lang geen uitzondering meer.
Het achterliggende vakmanschap evolueerde mee met de tijd. Waar taxidermisten in de 17e eeuw nog adviseerden om een opgezet dier regelmatig in de pan te gooien om ongedierte te doden, zijn er vandaag heel andere technieken in gebruik.
Context
Taxidermie betekent letterlijk ‘het verplaatsen van de huid’. In de praktijk is het veel meer dan dat. Als taxidermist moet je kennis hebben van anatomie, biologie en chemie. Houtbewerking, huiden naaien, boetseren en looi- en beeldhouwtechnieken maken het lijstje essentiële skills compleet.
Kortom: vakmanschap van kop tot staart. De één leert het van een ervaren rot, de andere volgt een gespecialiseerde vorming. Bij gebrek aan een langdurige opleiding trekken geïnteresseerden naar het opleidingscentrum Bos en Fauna in Nederland.
Daarom werkte ETWIE aan een korte documentaire over de veelzijdigheid van taxidermie. Er werd ook een mobiele escape game ontwikkeld waarin de verschillende technieken en stappen van het taxidermieproces aan bod komen op een speelse en ludieke manier. Momenteel wordt onderzocht waar dit spel een plekje kan krijgen in musea of op evenementen.
Nog een onduidelijkheid?
Mocht je toch niet direct gevonden hebben wat je nodig had,
luisteren we graag naar opmerkingen en vragen.